Inleiding
De financiële positie speelt een belangrijke rol om een goede en integrale afweging te kunnen maken over de te varen koers op de korte, maar vooral op de (middel)lange termijn. De financiële positie is geen doel op zich en moet altijd bezien worden in het licht van de totale maatschappelijke opgave van de stad. Het te bereiken maatschappelijk rendement en de bijdrage aan de inhoudelijke beleidsdoelstellingen zijn hierbij van evident belang.
Landelijke ontwikkelingen
Een aantal ontwikkelingen, waarvan de effecten nog onvoldoende bekend zijn, zijn niet of gedeeltelijk in de begroting 2021-2024 opgenomen. Ze kunnen wel van invloed zijn op het totaal van de financiële positie op de (middel)lange termijn.
Verdeling gemeentefonds
De fondsbeheerders werken samen met de VNG om te komen tot een nieuwe verdeling van het gemeentefonds. Deze herijking van de verdeelmodellen gaat enerzijds over het 'klassieke' deel van het gemeentefonds en anderzijds over de verdeelmodellen 'sociaal domein'. Het doel van de nieuwe verdeling is om te komen tot een volledige en integrale herijking van het gemeentefonds. Met deze herijking wordt onder meer beoogd om de vastgestelde knelpunten in de verdeling van de middelen voor het sociaal domein op te lossen. Besluitvorming is nog voorzien in 2020 met als ingangsdatum het jaar 2022. Verwachting is dat hierover in de decembercirculaire 2020 meer duidelijkheid zal komen. De herijking kan met substantiële herverdeeleffecten per individuele gemeente gepaard gaan, zowel in positieve als negatieve zin.
Doordecentralisatie centrumfunctie naar de lokale gemeenten
Naast de herijking van de verdeling worden een aantal regiotaken gedecentraliseerd naar de lokale gemeenten inclusief de financiering hiervan. Voorbeeld is Beschermd Wonen, wat op basis van een voorzichtig scenario in de begroting is opgenomen, een taak die Venlo voor de regio uitvoert als centrumgemeente.
Evaluatie normeringssystematiek
Op basis van de evaluatie van de normeringssystematiek zullen de fondsbeheerders samen met gemeenten verschillende varianten voor de ontwikkeling van de groei van het gemeentefonds in beeld brengen. Gemeenten kunnen zo met verschillende varianten rekening houden bij het opstellen van hun begrotingen voor 2022 waarbij ook de Raad voor het Openbaar Bestuur om advies wordt gevraagd over de toekomst van de groei van het gemeentefonds.
Financiële positie Nederlandse gemeenten
De VNG heeft in juli jl. een position paper uitgebracht waarin dieper wordt ingegaan op de financiële problemen van gemeenten. Veel gemeenten kampen met structurele financiële tekorten. In dit document wordt onder andere ingegaan op de tekorten in het sociaal domein, de opschalingskorting en de herijking van het gemeentefonds. Doelstelling is dat er vanuit het Rijk stappen gezet worden die leiden tot een structurele verbetering van de financiële positie.
Voor wat betreft de verbetering van de financiële positie maakt het huidige kabinet echter enkel afspraken voor de korte termijn met alleen incidentele compensatie voor de tekorten. Naar alle waarschijnlijkheid wordt het maken van structurele afspraken overgelaten aan een nieuw kabinet.
Conclusie financiële positie
De financiële gezondheid van Venlo is in de afgelopen twee jaar sterk verbeterd. Deze verbetering heeft bij de vaststelling van de begroting 2020-2023 geleid tot een nieuwe (financiële) koers: een gezonde balans tussen de maatschappelijke opgave, ambities én stabiele groei van de financiële positie.
Deze koers maakt het mogelijk om voorbereid te zijn om ook in economisch mindere tijden onverwachte tegenvallers op te vangen, en voldoende slagkracht te houden voor realisatie van de maatschappelijke opgave die deze mooie stad heeft. Wij hebben immers geleerd uit het verleden dat in een korte periode de financiële positie bij forse tegenwind zeer snel kan verslechteren. Bij de vaststelling van de kadernota heeft u hierover heldere kaders meegegeven.
In deze begroting presenteren wij een reëel en structureel sluitende begroting waarbij de groei van ons (weerstands)vermogen in lijn is met de vorige door u vastgestelde (meerjaren)begroting. Een begroting met een evenwichtig pakket dat recht doet aan de maatschappelijke opgave en ambities in relatie tot de financiële positie.
De focus op de versterking van het (weerstands)vermogen wordt wel nadrukkelijk verlegd naar het reëel en structureel in evenwicht houden van ons huishoudboekje. Vanaf 2024 wordt geen bedrag vanuit het begrotingssaldo toegevoegd aan het weerstandsvermogen waardoor de wendbaarheid van de begroting afneemt. Het behouden van een reëel en structureel sluitende begroting wordt daardoor steeds uitdagender.
Wij zijn van mening dat wij op eigen kracht vast moeten blijven houden aan de door u vastgestelde koers. Hierbij houden wij de landelijke ontwikkelingen voor wat betreft de herverdeling van het gemeentefonds en de ontoereikendheid van structurele middelen vanuit het Rijk nadrukkelijk in de gaten. Wij blijven ons, samen met de koepelorganisatie(s), inzetten voor het structureel beschikbaar krijgen van extra financiële middelen vanuit het Rijk.
Eventuele positieve uitkomsten zien wij als een wenkend perspectief op de (middel)lange termijn voor onze structurele opgave. Indien er extra structurele middelen beschikbaar komen vanuit het Rijk zullen wij deze opnieuw afwegen tegen de ingeboekte structurele meerjarige opgaven die zijn opgenomen in deze (meerjaren)begroting.
De begroting is de start, het daadwerkelijk effectueren van de in gang gezette maatregelen is het vervolg. Het blijven voeren van een behoedzaam begrotingsbeleid en de realisatie van de maatschappelijke opgave binnen de afgesproken kaders blijven wij als een belangrijke opgave zien.
Beoordeling financiële positie
De beoordeling van de financiële positie, waarop de conclusie gebaseerd is, vindt plaats op basis van de door u vastgestelde strategische en tactische doelstellingen. Schematisch ziet dit er als volgt uit:
De tactische doelstellingen zijn elk voorzien van één of meer kengetallen.
Deze kengetallen - inclusief een analyse en beoordeling - worden uitgebreid toegelicht in de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing (kengetallen financiële positie) en in de paragraaf financiering. In deze paragraaf zullen de belangrijkste conclusies worden weergegeven.
Sluitende begroting
De doelstelling is een reëel structureel sluitende (meerjaren)begroting. De structurele exploitatieruimte is voor alle jaren licht positief en voldoet hiermee aan het vastgestelde financieel kader. Tot en met 2023 is er sprake van, een weliswaar bescheiden, positief begrotingssaldo dat op basis van de vastgestelde begroting wordt toegevoegd aan het (weerstands)vermogen (1). Vanaf 2024 worden geen middelen vanuit een positief begrotingssaldo toegevoegd aan het (weerstands)vermogen waardoor er geen vrije ruimte is voor het opvangen van structurele tegenvallers. De focus en uitdaging wordt verlegd van het versterken van het (weerstands)vermogen naar het reëel en structureel sluitend houden van de financiële huishouding.
In deze begroting is er, naast ruimte voor nieuwe ontwikkelingen, ook sprake van concrete maatregelen tot bijsturing die ook daadwerkelijk gerealiseerd moeten worden.
(1) Op basis van het vastgestelde financieel beleid wordt de bespaarde rente ten laste van de exploitatie toegevoegd aan de algemene reserve.
Bedragen x € 1.000 | ||||
2021 | 2022 | 2023 | 2024 | |
Saldo begroting 2020-2023 | 2.029 | 759 | 1.090 | -1.860 |
Toevoeging weerstandsvermogen | -2.029 | -759 | -1.090 | |
Begroting 2020 -2023 | -1.860 | |||
Loon- prijsontwikkeling | -764 | -782 | -783 | -784 |
Netto resultaat septembercirculaire 2019 | 2.956 | 3.369 | 2.830 | 2.830 |
Saldo kadernota | 2.192 | 2.587 | 2.047 | 186 |
Aanvulling op loon-prijsindexering kadernota | -34 | -34 | -34 | -34 |
Netto resultaat gemeentefonds meicirculaire 2020 | 3.056 | 4.573 | 3.437 | 2.338 |
Vertrekpunt begrotingsproces 2021-2024 | 5.215 | 7.126 | 5.451 | 2.490 |
Voorstellen | -5.215 | -7.126 | -5.451 | -2.490 |
Saldo programmabegroting | 0 | 0 | 0 | 0 |
Het begrotingssaldo is voor alle jaarschijven sluitend. De structurele exploitatieruimte bedraagt in 2021: 0,2% aflopend naar 0% in 2024. De structurele exploitatieruimte begeeft zich hierbij net boven het minimum van ≥ 0%. Vanaf 2024 is er geen sprake van een positief begrotingssaldo dat toegevoegd wordt aan het (weerstands)vermogen. Belangrijk aandachtspunt is dat de in de begroting opgenomen structurele (bijsturings-) maatregelen daadwerkelijk gerealiseerd moeten worden. Het tijdig anticiperen hierop blijft een absolute randvoorwaarde.
Voldoende weerstandscapaciteit
De doelstelling is het beschikbaar hebben van voldoende middelen (weerstandscapaciteit) voor het opvangen van de geïdentificeerde risico's, waarbij de risicobereidheid is: "Venlo wil geen risicomijdende gemeente zijn". De ratio weerstandsvermogen bedraagt 2,09 in 2021 oplopend naar 2,25 in 2024. De ontwikkeling is hiermee in lijn met de vorig jaar vastgestelde (meerjaren)begroting (2021: 2,19%).
Bij de kadernota heeft u de streefwaarde bijgesteld waarbij is besloten dat de streefwaarde ligt tussen 1,4 en 2,0 (classificatie: ≥ 1,4 < 2,0). Het gemeenschappelijk financieel toezichtkader van provincies geeft bij deze de classificatie 'Ruim Voldoende'. Op basis van deze begroting voldoen wij aan de beoogde doelstelling.
De solvabiliteitsratio bedraagt voor de jaren 2021 en 2022: 23% en voor de jaren 2023 en 2024: 24%. De ontwikkeling voor 2021 is hierbij beter dan bij de vorig jaar vastgestelde begroting en in lijn met de meerjarige verwachtingen. Bij de kadernota is de streefwaarde bijgesteld naar ≥ 25%. Bij de kadernota is aangegeven dat het gaat om een stabiele groei richting de streefwaarde. In deze begroting wordt hierbij aan de doelstelling voldaan. Het gemeenschappelijk financieel toezichtkader van provincies geeft een signaleringswaarde voor de solvabiliteitsratio van ≤ 20% als meest risicovol. Daar willen wij als 100.000+ stad niet (meer) in terecht komen.
Wendbare begroting
Bij deze doelstelling gaat het om de bepaling of de begroting voldoende wendbaar is om tijdig te kunnen anticiperen op nieuwe ontwikkelingen. Het kapitaallastenplafond is (nagenoeg) in omvang gelijk gebleven, hetgeen betekent dat de begroting op termijn met eenzelfde bedrag aan rente en afschrijvingen belast kan worden als in de begroting 2020-2023 voorzien.
De investeringen zoals opgenomen tot en met investeringsplan 2024 worden naar verwachting gefinancierd door de beschikbare ruimte en vrijval van kapitaallasten binnen het kapitaallastenplafond. Er is binnen het kapitaallastenplafond geen structurele ruimte voor aanvullende nieuwe investeringen tot en met 2024. Nieuwe investeringen zullen onderdeel zijn van het integrale afwegingsproces.
De structurele exploitatieruimte bedraagt in 2021: 0,2%. De structurele exploitatieruimte bedraagt in 2024 0%. Dit betekent dat de structurele lasten gedekt worden door structurele baten.
De belastingcapaciteit bedraagt in 2021 103,4% en bevindt zich, mede als gevolg van het door u vastgestelde kader om de woonlasten nominaal gelijk te houden, onder de door u vastgestelde streefwaarde van ≤ 105%. Dit is een verbetering ten opzichte van de vorig jaar vastgestelde begroting (2021 108,9%).
Acceptabele schuld
De doelstelling is dat de schuldpositie van de gemeente Venlo zich op een acceptabel niveau bevindt. De netto schuldquote bedraagt 64% in 2021 en stijgt naar 73% in 2024 (streefwaarde < 130%). De netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen bedraagt 56% in 2021 en stijgt naar 66% in 2024 (streefwaarde < 100%). De schuldquotes zijn tot en met 2023 iets lager dan bij de vorig jaar vastgestelde begroting. Voor 2024 wordt, mede in relatie tot de in het investeringsplan opgenomen investeringen, een stijging voorzien. De schuldquotes bevinden zich voor de hele periode ruim binnen de streefwaarden.
De netto schuld gecorrigeerd voor verstrekte leningen per inwoner bedraagt voor het jaar 2021 € 2.348. Dit is lager dan verwacht werd op basis van de vorig jaar vastgestelde begroting (€ 2.585).