De Wet Houdbare Overheidsfinanciën (Wet Hof)
De Europese eisen en afspraken over reductie van het begrotingstekort en de staatsschuld vormen de basis van de Wet Hof. De middellange termijndoelstelling voor het EMU-saldo is het op termijn verkrijgen van begrotingsevenwicht in stappen van 0,5 procent bbp per jaar. Het EMU-saldo is het vorderingensaldo van de collectieve sector op transactiebasis. Met andere woorden, het moment van transactie is bepalend. Dit in tegenstelling tot het in het BBV voorgeschreven stelsel van baten en lasten. Een investering telt bijvoorbeeld in het jaar van investeren volledig mee in het EMU-saldo, maar wordt gedurende de levensduur in termijnen door middel van kapitaallasten verantwoord in het baten en lasten stelsel.
Omdat ook gemeenten, provincies en waterschappen bijdragen aan het begrotingstekort van de collectieve sector, bepaalt de Wet Hof dat niet alleen het Rijk maar ook de decentrale overheden zich moeten houden aan de doelstellingen uit het aangescherpte Stabiliteits- en Groeipact. In de 'Regeling vaststelling gelijkwaardige inspanning decentrale overheden inzake het EMU-saldo' is het collectieve aandeel van de decentrale overheden in het EMU-saldo voor de jaren 2019 tot en met 2022 bepaald alsmede de uitsplitsing daarvan per bestuurslaag. Om provincies en gemeenten tijdig een beeld te geven wat dit voor hen betekent, publiceert het Ministerie van BZK in lijn met de Wet Hof individuele EMU-referentiewaarden. De individuele referentiewaarde voor de gemeente Venlo bedraagt € 15.513.000.
Wat betekent de Wet Hof voor Venlo?
Tot dusver zijn heeft de Wet Hof voor Venlo geen gevolgen gehad, omdat het EMU-saldo op macro-niveau niet wordt overschreden.
Onderstaande tabel geeft de EMU-saldi voor de jaren 2020-2024 weer op basis van de begrotingscijfers. Jaarlijks worden deze cijfers aan het CBS aangeleverd. In het jaar 2021 en 2024 wordt verwacht dat het EMU-tekort groter zal zijn dan de individuele referentiewaarde voor Venlo ad € 15.513.000. Een individuele EMU-referentiewaarde is geen norm, maar een indicatie van het aandeel dat een provincie of gemeente in de gezamenlijke tekortnorm heeft. Het EMU-saldo wordt met name beïnvloed door de investeringsuitgaven die voor betreffend jaar zijn gepland.
Bedragen x € 1.000 | |||||||
Van exploitatiesaldo lokale overheid naar EMU-saldo | Begroting 2020 na wijz | Begroting 2021 | Begroting 2022 | Begroting 2023 | Begroting 2024 | ||
1 | Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. onttrekking uit reserves | 12.224 | 2.500 | 2.477 | 5.084 | 3.960 | |
- | 2 | Mutatie (im)materiële vaste activa | 10.676 | 24.470 | 12.057 | 3.445 | 15.542 |
+ | 3 | Mutatie voorzieningen | -7.318 | -1.472 | -184 | 547 | 1.350 |
- | 4 | Mutatie voorraden (incl. bouwgronden in exploitatie) | 5.551 | -4.853 | -4.229 | 2.329 | 8.157 |
- | 5 | Verwachte boekwinst bij verkoop effecten en verwachte boekwinst bij verkoop (im)materiële vaste activa | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
= Berekend EMU-saldo gemeente Venlo | -11.321 | -18.589 | -5.535 | -143 | -18.389 |