Begroting 2021 - 2024
portal

Paragrafen

Lokale heffingen

Woonlasten
De gemeentelijke woonlasten worden als volgt gedefinieerd: het gemiddelde bedrag dat een huishouden in een woning met gemiddelde waarde in een gemeente betaalt aan OZB, rioolheffing en afvalstoffenheffing, minus een eventuele heffingskorting.
De beleidsuitgangspunten zijn:

- In de Kadernota 2021 is aangegeven dat voor de resterende duur van deze collegeperiode de woonlasten nominaal niet meer worden verhoogd;
- De inkomsten uit de areaaluitbreiding OZB en een aanpassing (verhoging) van het OZB-tarief voor niet-woningen worden ingezet ter dekking van de stabilisatie van de gemiddelde woonlasten voor woningen;
- Sturen op 100% kostendekkendheid van de afvalstoffenheffing en rioolheffing.

Op basis van de per medio 2019 bekende parameters wordt de ontwikkeling van de woonlasten als volgt berekend:

bedragen x €

Lokale lastendruk woningeigenaren, meerpersoonshuishouding

Uitgangspunten

Huishouden (woning in eigendom)

> 1 persoon

Gemiddelde WOZ-waarde woning

213.419

2020

Gemiddelde waardeontwikkeling

0,0%

Gemiddelde WOZ-waarde woning

213.419

2021

2020

2021

mutatie

mutatie tarief

mutatie woonlasten

OZB

395,26

372,62

-22,64

-5,7%

-2,8%

Afvalstoffenheffing

251,57

274,21

22,64

9,0%

2,8%

Rioolheffing

155,30

155,30

0,00

0,0%

0,0%

Totale woonlasten

802,13

802,13

0,00

0,00%

Toelichting

- OZB

De woonlastendruk is gebaseerd op de gemiddelde waarde van een woning ad € 0,2 miljoen (Bron: Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen, peildatum juli 2020). Dit is de begrote waarde van een woning die als basis wordt genomen voor de gemeente Venlo voor het belastingjaar 2021. Hierbij wordt opgemerkt dat er wel individuele verschuivingen kunnen plaatsvinden.
Jaarlijks vindt een herwaardering plaats waarbij alle objecten opnieuw worden getaxeerd naar de waardepeildatum 1‑1‑2020. De herwaardering, c.q. nieuwe taxatieronde WOZ voor belastingjaar 2021 is bij het opstellen van onderhavige begroting nog niet afgerond. In het kader van de herwaardering worden gewerkt met de waardepeildatum 1-1-2020. Voor het belastingjaar 2021 is in deze begroting gerekend met een waardeontwikkeling van 0%, omdat er op dit moment nog geen zicht is op de waardeontwikkeling van het vastgoed in de gemeente. De waardeontwikkeling heeft overigens geen effect op de geraamde OZB-opbrengsten. Conform bestendig beleid worden de OZB-tarieven verhoogd bij een waardedaling. Bij een waardestijging doet zich uiteraard het tegenovergestelde voor.

- Afvalstoffenheffing en rioolheffing

Op basis van de geraamde kosten zijn deze tarieven berekend. Uitgangspunt is, conform beleidsuitgangspunten, 100% kostendekkendheid.

De mutaties in de OZB, afvalstoffenheffing en rioolheffing houden in dat de gemiddelde woonlastendruk in 2021 met € 0 toeneemt ten opzichte van 2020. Procentueel betekent dit een stijging van de woonlastendruk met 0%.
Over de periode 2019-2024 bezien, zijn de volgende effecten in de woonlastendruk herkenbaar:

  Het lijndiagram bevat vier lijnen die de te verwachten woonlastendrukontwikkeling in € in de periode 2019-2024 laat zien. Eén lijn toont de ontwikkeling van de rioolheffing, de volgende de afvalstoffenheffing en de derde lijn de ontwikkeling van de onroerendezaakbelasting. De vierde lijn is de optelling van de genoemde drie onderdelen. De  rioolheffing blijft redelijk stabiel met een stijging vanaf 2022. De OZB daalt in 2021 en 2022 en blijft vervolgens stabiel. De afvalstoffenheffing stijgt wederom fors in 2021 en daalt vanaf 2022 licht. De totale lastendruk blijft hierdoor redelijk stabiel van € 802 in 2020 naar € 795 in 2024.

- Uitgangspunt in bovenstaande grafiek is een constante loon- en prijsindex.
- De hoogte van de afvalstoffenheffing wordt jaarlijks vastgesteld op basis van baten en lasten voortkomend uit de afvalinzameling– en verwerking. De stijging van het afvalstoffenheffingentarief wordt enerzijds veroorzaakt door de stijgende kosten voor het inzamelen en verwerken van GFT (groente- fruit- en tuinafval) en PMD (plastic flessen, metalen verpakkingen en drankpakken), en anderzijds door de lagere opbrengsten van oud papier.

Overige effecten
Naast de effecten op de woonlastendruk brengen wij jaarlijks de gevolgen van de belastingontwikkelingen voor een woninghuurder en voor de categorie niet-woningen in beeld.
 Voor de woninghuurder stijgen de gemeentelijke lasten in 2021 gemiddeld met bijna 5,6% ten opzichte van 2020. Deze stijging is te wijten aan de stijging van het afvalstoffentarief.
Voor de categorie niet-woningen (ondernemers) leiden de diverse belastingvoorstellen tot een verhoging van de lastendruk van gemiddeld bijna 5,3% in 2021 ten opzichte van 2020. Dit geldt voor een ondernemer die een bedrijfspand zowel in eigendom als in gebruik heeft. De begrote gemiddelde waarde van een niet-woning in onze gemeente bedraagt € 0,7 miljoen (bron: Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen, peildatum juli 2020) voor het belastingjaar 2021. Deze is gelijkgesteld aan die van 2020 om dezelfde reden als in de toelichting bij de OZB voor de woningen (herwaarderingsronde en nieuwe taxaties zijn medio 2020 nog niet afgerond).
Deze categorie betaalt wel OZB (zowel eigendom als gebruik) en rioolheffing, maar geen afvalstoffenheffing. Om de woonlasten van woningen nominaal te kunnen stabiliseren (t.o.v. 2020) wordt het hierdoor ontstane tekort gedekt door de areaalopbrengsten en het restant door een extra verhoging van het OZB-tarief voor niet woningen met ongeveer 3%
Benchmark referentiegemeenten

Jaarlijks presenteren wij de ontwikkeling van de gemeentelijke woonlasten van Venlo, afgezet tegenover een aantal referentiegemeenten.
De bedragen van de referentiegemeenten worden daarbij ook weergegeven als percentage van het bedrag van de gemeente Venlo. Het bedrag van de gemeente Venlo is daarbij dus gelijkgesteld aan 100%. De gegevens in onderstaande tabel zijn overgenomen uit de ‘Atlas van de lokale lasten’ van het Coelo. Om tot een zo goed mogelijke vergelijkbaarheid van de gemeenten te komen hanteert Coelo een aantal uitgangspunten waardoor de gepresenteerde tarieven kunnen afwijken van de gemeentelijke tarieven. In deze atlas worden de woonlasten vergeleken voor zowel een éénpersoonshuishouden als een meerpersoonshuishouden. Wanneer er gemeenten zijn met verschillende tarieven voor meerpersoonshuishoudens van verschillende grootte, wordt in de Atlas uitgegaan van een driepersoonshuishouden.

Gemeentelijke woonlasten meerpersoonshuishouden referentiegemeenten

bedragen x €

2016

% van Venlo

2017

% van Venlo

2018

% van Venlo

2019

% van Venlo

2020

% van Venlo

Alkmaar

562

77%

572

79%

578

79%

595

78%

621

77%

Delft

831

114%

845

116%

843

115%

850

112%

861

107%

Deventer

788

109%

821

113%

736

100%

730

96%

779

97%

Heerlen

747

103%

753

104%

769

104%

764

101%

786

98%

Helmond

742

102%

750

103%

752

102%

757

100%

766

96%

Hengelo

747

103%

780

107%

787

107%

817

108%

729

91%

Hilversum

727

100%

731

101%

748

102%

767

101%

784

98%

Leeuwarden

646

89%

649

89%

658

89%

692

91%

739

92%

Maastricht

729

100%

743

102%

738

100%

759

100%

800

100%

Sittard-Geleen

772

106%

776

107%

757

103%

812

107%

850

106%

VENLO

726

100%

726

100%

736

100%

758

100%

802

100%

Westland

758

104%

754

104%

758

103%

771

102%

849

106%

Gemiddeld

731

742

738

756

781


 Het lijndiagram toont vier lijnen die de woonlasten voor een meerpersoonshuishouden in de gemeente Venlo in beeld brengen, in vergelijking met referentiegemeenten in de periode 2015-2020. Één lijn laat het gemiddelde zien van alle referentiegemeenten, de volgende die van Venlo, de volgende de laagste en de vierde lijn de hoogste woonlasten. De woonlasten van de gemeente Venlo bewegen zich in de loop der jaren rondom het gemiddelde.

Ten opzichte van de referentiegemeenten is de positie van Venlo in 2020 verslechterd. In 2019 lag Venlo iets boven het gemiddelde; in 2020 is sprake van ruim € 20 boven het gemiddelde als gevolg van een forse stijging van het afvalstoffentarief. In de referentiegroep zijn er in 2020 8 gemeenten waarvan de woonlasten lager zijn dan die van Venlo. Gezien de gelijkblijvende woonlasten voor 2021 is de verwachting dat de positie van Venlo ten opzicht van de referentiegemeenten zal verbeteren.

Ranglijst woonlasten

Uit de Atlas lokale lasten 2020 blijkt dat de positie van Venlo op de ranglijst van de woonlasten het afgelopen jaar is verslechterd t.o.v. 2019. In 2016 stond Venlo onder de middenmoot (plek 163 van in totaal 407 gemeenten). De vanaf 2016 ingezette daling stabiliseert in 2017 maar vanaf 2018 is een stijgende tendens te zien. In 2020 zijn de woonlasten dusdanig gestegen dat Venlo zich ruim boven  de middenmoot bevindt. De verwachting voor 2021 is dat de positie van Venlo op de ranglijst zal verbeteren gezien de stabilisatie van de woonlasten t.o.v. 2020.
(
nr. 1 op de ranglijst heeft de laagste lasten ).

Als we naar onderstaande grafiek kijken, dan blijkt dat de woonlasten voor meerpersoonshuishoudens in Venlo in 2020 zijn gestegen t.o.v. het landelijk gemiddelde. De woonlasten voor een meerpersoonshuishouden bedragen in Venlo € 802 ten opzichte van het landelijk gemiddelde van € 776.

Deze pagina is gebouwd op 01/20/2021 16:03:29 met de export van 01/20/2021 15:35:57